Historie - beginjaren tot 1965
Victoria en Wilhelmina
Voetbal werd in 1890 in Den Bosch geïntroduceerd. De club Victoria gaf de Bosschenaren gelegenheid om op vrije middagen de uit Groot-Brittanië overgewaaide sport onderling te beoefenen.
Eind 1894 begon Victoria met voetballen in competitieverband. De club trad toe tot den Nederlandschen football- en athletenbond en werd in de competitie ingedeeld met Vitesse uit Arnhem, Quick uit Nijmegen, Voorwaarts uit Tiel en
Get on uit Wageningen.
De competitie zou een teleurstelling worden. Na iedere ploeg twee keer getroffen te hebben, stond Victoria stijf onderaan met nul punten en een veelzeggend doelsaldo: 0-67. De ploeg besloot zich terug te trekken uit de competitie en voorlopig enkel oefenduels te spelen tegen clubs uit de regio.
Er ontstonden in die periode nog een aantal kleine clubjes in Den Bosch, maar geen van allen hield lang stand. Wilhelmina werd in 1897 echter opgericht als afschei-ding van Victoria en groeide uit tot een serieuze concurrent. Na enkele roemruchte jaren moest de eerste Bossche club zich zelfs terug-trekken, aangezien het ledenaantal niet groot genoeg meer was.
BVV
In 1906 kwam ook de Bossche Voetbal Vereniging (BVV) ter wereld. Waar Wilhelmina het imago had van de deftige amateurvereniging, was BVV meer de arbeidersclub. Het werd al snel de meest succesvolle Bossche voetbalclub; van 1920 tot 1954 kwam de club uit op het
hoogste amateurniveau. Drie districtskampioenschappen op rij ('46/'47, '47/'48 en '48/'49) zorgden ervoor dat BVV een nationaal gerespecteerde naam werd.
In 1948 werden de landelijke play-offs zelfs gewonnen, waardoor de club de landstitel binnenhaalde. De helden van toen zijn inmiddels allen overleden, maar de basiself van destijds luisterde naar de namen Cor Huijbregts, Dré Saris, Piet van der Sluit, Thijs Sluyter, Kees Krijgh, Servé Vos, Zwanenberg, Frans Tausch, Piet Overbeek, Doris Donhuijsen en Toon van Beek.
Betaald voetbal
Zowel BVV als Wilhelmina waren er toen het betaald voetbal in 1954 werd geïntroduceerd bij. BVV had echter meer succes en stoomde in twee jaar tijd op van de eerste klasse, via de hoofdklasse, naar de eredivisie. Het ging echter geleidelijk aan bergafwaarts met de club en toen - na enkele degradaties - in 1965 het seizoen op het derde niveau geen succes opleverde, werd besloten de club nieuw leven in te blazen.